


|
|
Historie
Historie
in een notendop. De oorsprong van dit gebied is terug te vinden in de –
le en -laar naamgeving van de plaatsen in het gebied. -le en -Laar
betekenen open plek in het woud. Naast Heer-le kennen we in dit gebied
ook de Hazelaar, Oostelaar, Westelaar, Zuivelaar en het Laar (oude naam
Wouwse markt). Maar het woud komt het meest naar voren in de naam Wouw
(Woude) wat letterlijk Woud betekent. Het Wouwse woud werd van noord
naar zuid doorkruist door beken met daarlangs paden. Ten westen van
Heerle door de Running, tussen Wouw en Heerle door de Oud beek en de
Smalle beek en ten oosten van Wouw door de beek het Loopje. De smalle
beek was de grootste beek en liep helemaal door tot Wouwse Plantage.
Dit gebied werd al heel vroeg bezocht. De oudste vondsten dateren uit
het neolithicum, 5000 jaar oud!. Naast Romeinse en ijzertijd vondsten
is de eerste grote ontwikkeling in het gebied rond het jaar 1000 –
1100. De Vlaamse steden komen op en zij hadden heel veel hout nodig
(brandhout, bouwhout en hout om voorwerpen van te maken). Overal werden
de bossen gekapt en het hout afgevoerd. Grote hoeveelheden werden
afgevoerd over water. Het Wouwse gebied was over land heel slecht
toegankelijk en er waren bijna geen oost west verbindingen. De 4 Wouwse
beken gingen ten noorden van het Kasteel gezamenlijk over in de Wouwse
beek, die vervolgens over ging in de Wouwse Kreek. Er was dus een
directe water verbinding met zee! De Wouwse kreek lag in het gebied wat
we tegenwoordig de Kruislandse kreken noemen. Met de aanleg van de
veenvaart de Zoom werd het zuidelijke water niet meer langs Wouw
afgevoerd, maar via Bergen op Zoom. Eind 15de eeuw verloor de beek ook
zijn aansluiting met zee door de inpoldering van Kruisland. Tot deze
inpoldering zijn er archief vermeldingen van water transporten over de
beken naar Wouw. Waar de Smalle beek en de Oud beek bij elkaar kwamen
bouwde de Vlamingen in de 11de eeuw een versterking om de
goederenstroom over de beken te controleren en bewaken. Dit eerste
kasteel was een op het veen opgeworpen zandheuvel met daarop palissade
en een houten toren, een motte kasteel. Toen het hout gekapt was ging
men het veen winnen en toen het veen verdwenen was ging men landbouw
bedrijven. Al deze activiteiten waren voor landheren interessant en tot
eind 13de eeuw viel het gebied onder de heer van Wouw (de latere heer
van Bergen). Het gebied was van 1100 tot 1300 zo belangrijk dat men
belasting (tienden) kon heffen en dat het kasteel uitgroeide tot een
grote stenen burcht. Naast de burcht lag een voorburcht met schuren en
een watermolen om graan te malen. Eind 13de eeuw werd de watermolen
vervangen door 2 windmolens, de oost- en westmolen. De westmolen is de
huidige molen de Arend. In de 14de eeuw werd de handel belangrijker en
verplaatste de aandacht meer naar de stad Bergen op Zoom. Eind 15de
eeuw komt het gebied in handen van de Familie Glymes. Zij lieten het
“oude” kasteel renoveren en verbouwen en bouwde in 10 jaar tijd het
eerste vestingwerk van Nederland er omheen. Dit pentagon vormig
vestingwerk bestond uit aarden wallen met 4 stenen hoektorens, 2 grote
poortgebouwen en een grote gracht. Men ontving hier belangrijke gasten
als Philips de Schone, Karel de V en Erasmus. De landelijke politiek
werd hier bedreven. Daar wilde de kerkelijke macht ook bij zijn en
vandaar zo een grote kerk in Wouw. Langs de eerder genoemde beken lagen
meerdere versterkte hoven zoals Altena, Smallebeke en de Ouborch.
Tijdens de eerste helft van 80-jarige oorlog was Wouw continue het
middelpunt van de strijd. De bevolking was gevlucht of vermoord en 10
jaar lang leefde er niemand in het gebied. Om aan de ellende te
ontkomen werd in 1605 besloten de vesting Wouw te slechten tegen het
kasteel van Hoogstraten. Dit luidde het verval in van het kasteel.
Gedurende de op opvolgende eeuwen verdwenen de gebouwen een voor een
tot er in de 19de eeuw slechts een bijgebouw als boerenhoeve over was.
Dit laatste gebouw werd in 1911 gesloopt. In 1934 werd het terrein met
Rijkssubsidie en werklozen verder geëgaliseerd, gedraineerd en de beken
recht getrokken. In 1992 werd het terrein aangekocht door de gemeente
en in 1996 werd het ingericht als een klein parkje. In 2006 startte
vrijwilligers met het onderzoek op het terrein. Begonnen werd met non
destructieve onderzoeken en archiefonderzoeken. De vrijwilligers groep
groeide in de opvolgende jaren en in 2011 werd de Stichting Kasteel van
Wouw opgericht. Deze stichting kreeg na overleg met de gemeente het
terrein in erfpacht. Om een grotere herinrichting te kunnen realiseren
werd tussen 2015 en 2018 een archeologisch onderzoek uitgevoerd wat de
basis vormde van de in 2021 gerealiseerde herinrichting. Het
vestingwerk is daarmee terug in Wouw. Het project Kasteel van Wouw
combineert cultuur historie, waterberging en -conservering en
ecologische zone. Op dit moment zijn naast de vestingwerken ook de
patrijzen, reeën, salamanders, roofvogels en veel ander natuurschoon
weer terug in het gebied. Wees van harte welkom en bezoek het gebied
kasteel van Wouw!
|
|
|
|
|